Op de grote stroom van gemodeleerde penningen moest wel een reactie komen; de abstractie had zijn intreden gedaan. Het Bestuur voelde zich door de leden gesteund omdat, zo bleek uit een enquète, het merendeel belangstelling had voor de penning als kleinplastiek, meer dan voor de herinneringsfunctie. Een abstracte kleinplastiek dus van de hand van De Wit. De penning is geïnspireerd op een beeld dat hij voor de gemeente Dordrecht maakte in 1984. De Wit wilde onderzoeken in hoeverre hij de kern van zijn monumentale beeld kon vertalen in het vlak van de penning. Zijn collega Frank Letterie schrijft: 'een zeshoekige penning die nog sterk het karakter van een plastiek behouden heeft en opgebouwd is uit drie vlakken, één liggend en twee opstaand. Een open ruimtelijke kant staat tegenover een gesloten zijde. De bedoeling van de maker is, dat de vorm en de maat de beschouwer uit zullen nodigen de penning ook ter hand te nemen en zo de tactile sensatie te ondergaan'. Het bleek niet mogelijk het ontwerp te slaan of te gieten. Hij is met een uitzonderlijk procedé bij een temperatuur van 700 graden tussen twee matrijzen geperst.