De penning toont aan beide zijden, zogoed als naadloos in elkaar passende profielen. Aan de ene kant zoenende aangezichten, aan de andere kant afgewende achterhoofden-genegenheid en afkeer, voorspoed en tegenslag zijn hier verenigd. Op de voorzijde zijn zicht, reuk en tastzin verbeeld als instrument van willende en liefdevolle zintuigelijkheid, terwijl op de keerzijde het gehoor gesymboliseerd wordt door oren, de antennes van het verstandelijke. Saamhorigheid is hier toongezet in elkaars tegendelen, de symbolen van wijsheid gebracht in een positie van misverstand. Beide kanten vormen samen één profiel en wel dat van de cirkel; het absolute evenwicht als zinnebeeld van elkaar instand houdende polen aan een as. Zij het dat daarin wel een knikje zit. Het verdient aanbeveling eventuele namen en data in de keerzijde te graveren, horizontaal en aan weerszijden van het midden. Als daartegen bezwaar bestaat, kan de zijkant uitkomst bieden.