Voorzijde: Het portret van de heer Jan de Smeth, familielid van Charlotte van Pallandt. Achterzijde: De initialen van de beeldhouwster, het jaartal van ontstaan en het PK teken. "Afstand tot het volume omwille van de expressiviteit van de ruimte". Zo kunnen we de beeldende ontwikkeling in het penningenoeuvre van Charlotte van Pallandt (1898) kenschetsen. De penning d.w.z. het fond als drager van de ruimte is ten opzichte van haar andere werk steeds belangrijker geworden. De "Jan de Smeth" penning uit 1994 toont een sterke compositie, een helder sterrenbeeld. (Zie Beeldenaar nr. 5 1995.) Bekende penningen van haar hand zijn gemaakt naar aanleiding van de dichter A. Roland Holst, de tekenares Ro Mogendorff en de beeldhouwster Maja van Hall. Uit Louk Tilanus' boek Handzame Sculptuur: Tot aan haar dood heeft Van Pallandt gezocht naar nieuwe vormen van uitbeelding en expressie van mensen die haar dierbaar waren, en zij zocht daarom haar modellen vooral in haar eigen omgeving: familieleden maar ook kunstenaars met wie zij bevriend was als Roland Holst, Mogendorff, Carasso en Termote. Uit liefde, vriendschap of bewondering komen nu eenmaal de beste portretten voort. De kop van haar neef, J. baron de Smeth stamt uit 1994. Hij is met nog minder middelen opgebouwd dan die van Roland Holst; een klein aantal scheefstaande staafjes met daarover ronde reepjes was. De staande staafjes zijn markeringspunten van het volume - Steyn spreekt in dit verband van een sterrebeeld. Prachtig is de oplossing van de bril - meestal een onding voor een beeldhouwer - die hier ongegeneerd als rechthoekig plaatje met een staaf verschijnt over een oogkas die de illusie geeft dat hij diep ligt. Een hoogstpersoonlijke visie op haar model is het resultaat en een hoogtepunt in de portretkunst.