Dun gegoten, licht bollend, in vier vlakken opgedeeld; een uiterst doordacht ontwerp. Het is de taak van een museum dingen uit het verleden in het heden te bewaren voor de toekomst. Die gedachte wordt verbeeldt: op de drie segmenten staat `morgen' - 'is heden' - 'verleden'. Op het vierde segment is de bedekking van de hoek naar achteren getrokken, er komt een ruitjespatroon te voorschijn, als om aan te geven wat bewaard wordt. Het zouden tegels kunnen zijn, die deel uitmaken van de grote collectie van het Openluchtmuseum. Het zou ook kunnen gaan over een weggevouwen molenzeil. Het zeil en wat daaronder ligt is anders gepatineerd -goudkleurig en groen - dan de rest van de penning, die is bruin. Dat is een nieuw gegeven in de Nederlandse penningkunst. De vier segmenten overlappen elkaar en draaien als de wieken van een molen. Dat verwijst naar een ander aspect van het museum en geeft tegelijkertijd een indruk van beweging en tijd en versterkt de drie woorden, die eveneens met tijd te maken hebben. De segmenten sluiten net niet op elkaar aan, er is nog een gat open gebleven. Daar ziet men de open lucht.