De Hongaar Franz Liszt (1811-1886) is waarschijnlijk de grootste pianist geweest die ooit heeft geleefd. Reizend door heel Europa gaf hij overal concerten; hij was de eerste die avondvullende recitals gaf. Hij kwam zelfs in Zaltbommel hij overreedde er de dochter van de kerkorganist bij hem in Parijs te gaan studeren; zij werd later Madame Manet. Liszt had een opvallende kop. Witte manen golfden tot aan zijn hals en zijn gezicht werd geanimeerd door enige flinke wratten. Wij vinden ze terug bij de uitbeelding van Reniers die geen feiten wilde verdoezelen. Grote aandacht voor Liszt's karakteristieke haardracht die als vorm groot gehouden is. En, uitzonderlijk voor een 19-de eeuws kunstenaar, geen baard. Een toegeknepen mond en een priemend oog, één en al concentratie. De belettering draagt iets over van de grote greep die de klavierleeuw had op zijn instrument. De cirkel wordt nagenoeg gevuld door een buitenformaat F en L, door de overige letters in een beweeglijk patroon omspand. De voornaam in verhoogde letters, de achternaam in verdiepte.