Frank Letterie had een vrije opdracht gekregen en hij koos voor een boek dat hem na aan het hart lag: Der Butt van de Duitse auteur Gunter Grass. De hot is een oeroude, sprekende en alwetende vis. De visser die hem bij het begin van het verhaal weer in de zee terugzet verkrijgt als dank onsterfelijkheid en de bot zal hem als mentor door de eeuwen begeleiden. Letterie schrijft in zijn artikel in De Beeldenaar over de onmogelijkheid het verhaal, sprookje, of mythe van 700 bladzijden in barokke verteltrant ook maar enigszins samen te vatten. De voorzijde beeldt de dikke, argwanende kop van Gunter Grass met zijn hangsnor uit, in een symbiotische verbintenis met de bot die hem raadgevingen influistert. Op de keerzijde zijn een man en een vrouw neergezet, in aandachtige en liefdevolle beschouwing van een kindje. Zij zijn omgeven door een haag van pompoenbladeren, een in Noord-Duitsland geliefde vorm van prieel. Letterie was begonnen als een uitgesproken boetseerder, zoals te zien is bij zijn De Keyserpenning uit 1965; maar hij ontwikkelde bij deze verenigingspenning een nieuwe techniek. De Bot is niet gemodelleerd maar gesneden uit een schijfje gedroogde klei. Dat verklaart de brede vlakken van de figuratie. Het is de grote verdienste van Letterie dat hij door zijn opvatting en presentatie, de beschouwer benieuwd maakt naar een boek dat hij niet kent. Memoreren is de oudste functie van een penning, nieuwsgierig maken hoort daarbij.