Skip to main content

G.H. Breitner

Er was misschien geen speciale reden George Hendrik Breitner (1857-1923) te memoreren, maar de vorm die Put aan de grootste Amsterdamse impressionist gegeven heeft, is schitterend. Het is de schilder in zijn jonge jaren met een puntneus, getuite lippen en een ringbaardje. De bijna onmerkbare overgang van huid naar haar, de onbestemde blik - tesamen geeft het een visie op een kunstenaar die zijn weg moet zoeken in leven en kunst. Bijna ongemerkt loopt de bovenkant van de schedel mee met het penningrond. Er is geen tekst op de portretzijde en daardoor is wellicht de excentrische plaatsing op het fond zo geslaagd: hij ziet verder dan de gegeven limiet. Onze aandacht gaat alleen uit naar de plastische kwaliteiten van een hoofd dat kijkt. In een zekere stugheid worden op de keerzijde het palet en twee kwasten gepresen-teerd, een reflectie op de geslotenheid van de persoon Breitner, de schilder die onze kijk op het oude Amsterdam bepaald heeft.