De tweede schilder na Lucas van Leyden die herdacht werd: de modernist Jan Sluyters (1881-1957). Hij won in 1904 de Prix de Rome, ging naar Parijs en stuurde tot ontsteltenis van de curatoren en docenten van de Rijksakademie akelig moderne werken naar huis. Zijn toelage werd schielijk ingetrokken. Van der Pant, leerlinge van Bronner en Esser, modelleerde een gevoelig portret van een oude kunstenaar, met geloken oog, bijna slapend. Het ontwerp is op deze grootte gemodelleerd en vervolgens gegoten. De huid heeft een bestorven structuur, die prachtig de suggestie van ouderdom geeft op een wijze die bij een slagpenning niet mogelijk zou zijn geweest. Zeer plastisch en in fijn detail verdiept, in het bijzonder in het gezicht, is hij met zijn grote lijf in halffiguur op de keerzijde neergezet. Gekleed in zijn schilderskiel met palet zittend voor zijn ezel. De details zijn niet alleen een onderdeel van het vertelde verhaal maar geven ook de suggestie van de rommeligheid van het atelier. Links van de ezel een vaas met bloemen, een thema dat Sluyters, naast portretten, zijn hele leven bezig hield.