Esser had al enige penningen gemaakt maar de eerste waarmee hij echt in de openbaarheid trad was een hommage aan zijn legendarische leermeester Jan Bronner (1881-1972) ter gelegenheid van diens 70-ste verjaardag. Bronner verschijnt bij Esser in halffiguur, in groot gehouden vormen, met vuistje en beitel in handen in gespannen, bijna agressieve concentratie. Bronner was van 1913 tot 1947 hoogleraar aan de Rijksakademie in Amsterdam en drukte zijn stempel op bijna drie generaties van Nederlandse beeldhouwers; Esser was zijn opvolger. Esser heeft er nooit een geheim van gemaakt wie en wat hij bewonderde en zijn respect voor Pisanello is hier duidelijk: een rustig fond en een klassieke belettering. Het was de grootste penning van de Vereniging tot op dat moment en de vierde die niet geslagen, maar gegoten was. Als geen ander heeft Esser zich ingezet voor de gemodelleerde penning. Hij verfoeide de reductiebank. 'Zelf wilde ik heel wat anders, ik wilde het met mijn vingers op zes centimeter kunnen maken en dan zonder peuteren' vertelde hij jaren later. De keerzijde - waar Esser thans niet meer gelukkig mee is - geeft leermeester en leerling hakkend aan de arbeid, zij vormen samen een gesloten groep. Daaromheen in een groter corpus dan de voorzijde 'L'intelligence dessine, mais c'est le coeur qui modèle', een tekst van Rodin, uit zijn boek Les cathédrales de France.