Er was al werk gemaakt van de opbouw van Rotterdam tijdens de bezetting (zie de penning uit 1940) maar die kwam pas goed op gang na de bevrijding. De prachtige St. Laurenskerk die in de meidagen van 1940 zo zwaar beschadigd was is het onderwerp van de voorzijde. De uitgebrande kerk is voorgesteld met puin en verwrongen ijzeren balken, rookgolven kronkelen zich om de toren. De toren zelf lijkt nog redelijk intact. De keerzijde draagt in krachtige typografie het opschrift: 'De stad, die zee bij zee omspant, wordt zelve tot een zee die brandt' - regels van de dichter Jan Prins. Over de tekst breidt de brandende stad haar rookwolken uit, en zes bommenwerpers vertonen zich in de lucht.