De voorzijde toont met veel detail de gedrongen beeltenis van de regent en dichter Philips van Marnix van St. Aldegonde (1539-1598) in trois-quart met krullekop en pelsmantel naar het portret uit Museum Fodor in Amsterdam. Zoals men vaak op laat 16-de eeuwse portretten ziet, is door de zware kraag de verhouding van kop tot schouders verdoezeld. De keerzijde is geboetseerd naar een portret uit 1598 van Jacob de Gheyn van het door Marnix zelf getekende blad voorkomend in het Album Amicorum van Jan van der Does bewaard in het Rijksmuseum. De tekening vertoont een schip in de branding, door de winden bestookt. Aan de horizon begrenzen rot-sen de zee, terzijde van het schip zwemt een dolfijn. Het geheel wordt beschenen door zonnestralen en sterren, waartussen een Christusmonogram en daarboven de naam van God, respectievelijk in het Grieks en Hebreeuws verschijnen. De penning draagt op een banderolle de lijfspreuk van Marnix van St. Aldegonde: 'Repos ailleurs'. Rust is elders, te weten: in het hiernamaals. De penning werd uitgegeven in samenwerking met het Nationaal Comit ter herdenking van de geboortedag van Marnix van St. Aldegonde. Wezelaar die grotendeels in Parijs gevormd is, behoort met Andriessen en Van Pallandt tot de grootste beeldhouwers van zijn generatie. Het is jammer dat zijn bijzondere kwaliteiten in deze vrij conventionele penning niet uitkomen. Het genre lag hem niet, hij maakte er slechts enkele, na de oorlog daarin vooral aangespoord door Essen