Gerrit Jan van der Veen (1902-1944) Gerrit Jan van der Veen werd pas laat beeldhouwer. Hij was begonnen als werktuig-bouwkundige, had een functie bij de NAM op Curacao waar hij bij een brand voor-beeldig optrad, kreeg als dank een geldbedrag en schreef zich in 1928 in bij de beeld-houwklas van Bronnen Hij won in 1932 de Zilveren Prix de Rome. In de oorlog zat hij diep in het kunstenaarsverzet. Hij moest dat met de dood bekopen: hij werd in 1944 gefusilleerd. Als kunstenaar is hij vooral bekend geworden als gevoelig portrettist. Voor zijn Lucas van Leydenpenning - de schilder overleed in 1533 - koos hij diens zelfportret uit het museum in Brunswijk, n van de vroegste Nederlandse zelfpor-tretten. De geplooide kop met de vorsende blik en de brede mond vult het hele vlak en de plooien verschijnen nadrukkelijk in de hals en vinden een herhaling in het haar dat als een kapje over de schedel ligt. De beweeglijkheid van al die lijnen geven de kop een gespannen uitdrukking. De pupillen zijn uitgehold waardoor zij de werking krijgen van donkere ogen: zó keek de schilder in de spiegel. De keerzijde toont op een ruim fond een schilder achter zijn ezel. Als voorbeeld heeft Van der Veen hiervoor de schildersfiguur gebruikt van Johannes Vermeer's Allegorie van de Schilderkunst uit het Kunsthistorisch Museum in Wenen. Nadrukkelijk steken palet en kwast terzijde van het doek waaraan de schilder werkt. De voorstelling is heel klein gehouden en in een cirkelvorm gevat; de verhouding tot het vrijwel lege fond werkt grappig. De tekst en jaartallen zijn in schreefloze letters tot aan de rand gedrukt. |